De eerste stappen op weg naar een imperium
Het zou niet bij deze Rotterdamse bioscoop blijven. Iets meer dan een jaar na de opening van Cinema Parisien opende Desmet zijn tweede bioscoop. Ook deze droeg de naam Cinema Parisien en was gevestigd in een voormalig winkelpand aan de Amsterdamse Nieuwendijk.
In december 1912 werd een nieuwe bioscoop toegevoegd aan Desmets bezit: de Cinema Palace aan de Kalverstraat 224. Deze bioscoop onderscheidde zich van de andere bioscopen door het feit dat het een luxueuzere bioscoop was, op een deftiger plek in de stad en met een eigen orkestje – onder leiding van de violist Boris Lensky. Daarmee volgde Desmet de nieuwe trend van de ‘Elite Bioscope’ zoals die in Nederland is geïntroduceerd met de opening van het Amsterdamse Union Theater.
De financiering van de Cinema Palace geschiedde met behulp van een naamloze vennootschap – de NV Middenstand waarin behalve Desmet ook Elias de Hoop en David Hamburger participeerden.
Ruim een half jaar later – op 1 augustus 1913 – opende Desmet aan de Rotterdamse Coolsingel zijn tweede ‘Elite Bioscope’ Cinéma Royal. De bioscoop bood plaats aan 400 bezoekers, maar Desmet had wilde plannen om met de aankoop van naburige percelen dit aantal tot 2000 te vergroten. Uiteindelijk zijn die plannen niet doorgegaan.